Aassoorten

De vleesmade is ongetwijfeld één van de meest gebruikte aassoorten bij het vissen op witvis De made is zo populair omdat het een gemakkelijk, goedkoop aas is dat altijd en overal verkrijgbaar is. Er zijn verschillende soorten maden afhankelijk van het soort vlieg. De kleine madensoort "pinkies" zijn uiterst levendig en worden meestal aan het lokaas toegevoegd. Niemand zegt echter dat je ze ook niet kunt gebruiken op de haak, waar ze met enkele exemplaren een attractief wriemelend trosje vormen dat onweerstaanbaar is voor voorn en brasem. Maar in hoofdzaak wordt de grootste soort gebruikt aan de haak. Er zijn allerlei manieren om de maden extra attractief te maken of ze van een extra geur of smaak te voorzien, zie hiervoor aas en lokaas tips. Laat ze na aankoop niet in de plastickzak zitten, maar plaats ze in speciale ruime madendoos met kleine luchtgaatjes. Bewaren kun je ze in de koelkast of in de kelder.

Caster zijn verpopte maden en een aangewezen aas voor grote brasem. Van maden naar casters is eigenlijk maar een kleine stap. Hoewel je deze ook in de hengelsportwinkel kant en klaar kunt kopen, maakt de echte caster-visser ze meestal zelf. De gekochte maden gewoon in een bak met zavel (goed afsluiten) en na verloop van enkele dagen beginnen ze spontaan te verpoppen. Gooi de casters daarna in een bak met water om de zinkende van de drijvende te scheiden.  Ze zijn ook te gebruiken in het lokaas, al dan niet geplet. Hoewel het hier een niet bewegend aas betreft, is het een aas dat door de vissen erg goed gekend is. Larven, al dan niet verpopt zijn nu eenmaal dagelijkse kost voor onze vissen.

Wormen,  Hengelsportzaken hebben ze steeds op voorraad. De beste plaats om deze wormen thuis te kweken is de composthoop. Je hoeft er niet echt veel moeite voor te doen, en je bent steeds in het bezit van verse mestpieren. Goed voor brasem, baars en paling.

Kaas Is een goed vangend aas, zeker voor barbelen, kopvoorns en karpers, maar ook voor andere vissen die in dit aas een lekkere hap zien. Dat getuigen de talrijke bijvangsten. Mijn favoriete kaas is het Babybel-mini kaasje. De reden hiervoor is simpel, het is een zacht maar taai kaasje dat goed op de haak houd. Verder blijft het vers zolang je het niet aansnijdt. Maar bijna iedere andere kaassoort is bruikbaar, al hebben zachtere kazen toch de voorkeur. Zachte kaas kan men gewoon op de haak prikken, hardere kazen vissen dan weer beter aan een hair. Naai kaasblokje steeds op de onderlijn met een aasnaald. Harde kazen kan men zachter maken door ze een nachtje in melk te weken. Van smeerkaas en brood kun je een kaasdeegje maken. Men kan geraspte of gemixte kaas toevoegen aan een standaardlokaas.

De aardappel blijft het aas bij uitstek voor karper maar kan ook voor andere witvissen. Vooral in de warmere jaargetijden en als alternatief voor dressuur op boilies. Aardappelen moeten gekookt worden. Liefst niet te gaar, dan vallen ze te vlug van de haak. Het ideaal punt is bereikt als men tijdens het koken er gemakkelijk in kan prikken met een breinaald. Dus te hard voor een vork. In het kookvocht kun je door toevoeging van een aroma of flavour  de aardappel extra attractief maken. Beperk het tot twee vanillestokjes of wat zoetstof. Om het aas op de haak te plaatsen werk je meestal met een onderlijn die je met een aasnaald door de aardappel trek.